Wil je testen hoe goed je bent in lidwoorden? Doe dan mee met de quiz en ververs tegelijkertijd je kennis over de en het woorden door het te oefenen. Hieronder volgen er 20 de of het oefeningen.
- Vraag /
de of het monster?
- de monster
- het monster
- beiden
- Vraag /
de of het auto?
- de auto
- het auto
- beiden
- Vraag /
de of het park?
- de park
- het park
- beiden
- Vraag /
de of het koppel?
- de koppel
- het koppel
- Vraag /
de of het raam?
- de raam
- het raam
- beiden
- Vraag /
de of het deur?
- de deur
- het deur
- beiden
- Vraag /
de of het huis?
- de huis
- het huis
- beiden
- Vraag /
de of het brood?
- de brood
- het brood
- beiden
- Vraag /
de of het vliegtuig?
- de vliegtuig
- het vliegtuig
- beiden
- Vraag /
de of het fiets?
- de fiets
- het fiets
- beiden
- Vraag /
de of het baby?
- de baby
- het baby
- beiden
- Vraag /
de of het eten?
- de eten
- het eten
- beiden
- Vraag /
de of het kalender?
- de kalender
- het kalender
- beiden
- Vraag /
de of het feest?
- de feest
- het feest
- beiden
- Vraag /
de of het jongen?
- de jongen
- het jongen
- Vraag /
de of het meisje?
- de meisje
- het meisje
- beiden
- Vraag /
de of het leven?
- de leven
- het leven
- beiden
- Vraag /
de of het tablet?
- de tablet
- het tablet
- beiden
- Vraag /
de of het medicijn?
- de medicijn
- het medicijn
- beiden
- Vraag /
de of het nagellak?
- de nagellak
- het nagellak
- beiden