Volkabs / Woorden met tag ‘Nederlandse woorden’

Afbreker is iemand die iets afbreekt. Hij of zij doet dan aan afbraak.

Afbreking is het proces waarbij er wordt afgebroken. Hierdoor ontstaat afbraak.

Afbraakproduct is de verzamelnaam voor een product dat ontstaat uit het afbreken van chemisch afval.

De afbouwfase is de fase waarin iets wordt afgewerkt zodat de bouw af komt. Vandaar de naam afbouwfase.

Jeetje is het woord dat je gebruikt als je verbaasd en/of geschrokken bent. Zo van je, jeetje, dat was op het nippertje!

Jeetje is typisch Nederlands.

(zov: jasses)
(zov: jakkes)

De juskom is het kommetje waarin de jus wordt geserveerd voor gebruik.

Meisop is de naam van het schuim die wel eens in Scheveningen te zien is. Meisop wordt gevormd tot schuim door de bacteriën en algen die erin zitten en met name in de maand mei blijven ze zich dan vastklampen aan bijvoorbeeld de steigers in het water.

Een heikel punt is een situatie die ‘gevaarlijk’ is of een groot risico met zich mee brengt.

(zov: heikel)

Imminent is zowel Engels als Nederlands en heeft als betekenis ‘dreigend” of gevaar dat loert boven het hoofd hangt.

Voorbeeldzin met imminent:
Zijn dood was imminent en dus bijna niet te voorkomen.

De zone kan synoniem staan voor een streek, een gebied of een kring, afhankelijk van de context. 

Concreet is iets als het heel duidelijk is (bijv. zichtbaar, ruikbaar, niet vaak). Concreet is het tegenovergestelde van abstract en biedt geen plaats aan wezelwoorden noch vaagheid.

Forsig is iets wanneer het relatief fors of krachtig is. Lijkt op een Noors woord, maar is Nederlands.