Volkabs / Woorden met tag ‘studententaal’

Miemelen is zachtjes, zeurderig of klagerig praten; mompelen op een jengelende manier. Vaak gebruikt om aan te geven dat iemand kleinzielig of aanhoudend klaagt, zonder echt iets zinnigs te zeggen.

Een lullepot is een praatziek persoon; iemand die veel kletst, vaak zonder dat het ergens over gaat.
Vergelijkbaar met: kletskous, babbelaar, taterwater.

Jetsers is een platvloerse, informele benaming voor vrouwenborsten, meestal met de nadruk op groot formaat. Het woord heeft een ludieke, soms seksuele of macho-bijklank, en wordt vaak gebruikt in studententaal.

Kapstokhertje is geen standaard Nederlands woord, maar net als waakvarken wordt het soms informeel, spottend of speels gebruikt. Het is vaak een plagerige of denigrerende bijnaam, met een suggestieve of visuele lading.

In studententaal staat het voor een slank, fragiel ogend meisje of vrouw, vaak met weinig rondingen, waar zogezegd “de kleding als aan een kapstok op hangt”. De term legt de nadruk op een mager of hoekig postuur, vaak op een spottende manier.

Een waakvarken is een varken dat dient als bewaker van een terrein of eigendom, vergelijkbaar met een waakhond. Vaak gebruikt als grap of in situaties waar een varken onverwacht agressief of waakzaam gedrag vertoont.

In studententaal kan een waakvarken ook verwijzen naar vrouwen die zich beschermend of waakzaam opstelt tegenover mannen die haar vriendin benaderen. Het is de persoon die “op haar let” en anderen op afstand houdt.

Een collegehengst is de benaming voor een student die trouw naar alle colleges gaat.

Soggen staat voor orale seks geven, meestal door een vrouw aan een man. Het woord wordt voornamelijk gebruikt in Nederlandse straattaal en heeft een platte, seksuele lading.

Nicotineren is in jeugdtaal / studententaal een ander woord voor roken.

“Wij gaan even nicotineren met Jaap-Willem, joe!”

In studententaal is een nicotinarium een (glazen) hok voor rokers waar ze kunnen nicotineren.

Escargetten is students voor een vrouw die andere vrouwen versiert of sex heeft met andere vrouwen.

Een feut is een nieuweling, een noviet; iemand die net bij een studentenvereniging zit.

“Die feut is echt schattig, hij denkt dat ie alles al kan”

Noviet is onder studenten de persoon die de l*l is, want een noviet is iemand die meedoet met een ontgroening.

“Laten we die noviet eens goed aanpakken, Anne-Fleur”