Een trutselaar is een praatgraag, bemoeizuchtig of kletserig persoon, die zich overal mee bemoeit of voortdurend commentaar levert. Trutselaar is licht denigrerend of spottend, maar meestal niet grof bedoeld.
Het woord komt vooral voor in Vlaams dialect en is afgeleid van trut. Het heeft vaak een vrouwelijke connotatie, maar kan ook neutraal bedoeld zijn.
Een spast is een oen of een onnozel persoon in het Vlaams. Men kan het zien als een Vlaams scheldwoord.
Zurkeltrutte is – zoals je kunt zien – een Vlaams woord. Zurkeltrutte is een scheldwoord voor vrouwen die zich gedragen als een trut en constant aan het zeuren is.
Kloefkapper is een typisch Vlaams scheldwoord. Het kreeg in 2018 ironisch genoeg de prijs voor ‘mooiste’ scheldwoord. De betekenis van kloefkapper is zoiets als lomperik of lomperd.
Lapzwans is de Vlaamse manier om iemand een luilak te noemen. De betekenis is slappeling of luilak en kan worden gezien als een soort scheldwoord.
Krapuul is een semi-scheldwoord met als betekenis: “onbeschofte mensen”.
Nog geen account? Registreer je gratis!
Voer hier je emailadres in zodat je je wachtwoord kunt herstellen middels een link die wij zullen sturen
Here you'll find all collections you've created before.
