In het Nederlands kennen we ook woorden waarbij het mogelijk is om zowel de als het voor het woord te zetten. Dit wil zeggen dat bepaalde zelfstandige naamwoorden, twee lidwoorden (de of het) kunnen hebben. Bijvoorbeeld: de of het nagellak. Beiden zijn dan correct en mogen dus gebruikt worden.
Let er wel op, dat bij sommige van de woorden waar we twee lidwoorden kunnen gebruiken, de betekenis van het woord kan verschillen.
- aanrecht
- aas
- accordeon
- account
- affiche
- afval
- aluminiumfolie
- animo
- aperitief
- appendix
- armatuur
- aura
- automatiek
- badge
- bagatel
- baksteen
- bal
- baldakijn
- bamboe
- barok
- benefiet
- bidet
- bieslook
- biotoop
- biscuit
- blik
- bloed
- blog
- bocht
- body
- boeket
- boezeroen
- boord
- bos
- bot
- brio
- broche
- brok
- broodrooster
- bruikleen
- buis
- cafetaria
- carillon
- carré
- carousel
- chalet
- chloor
- circumflex
- circus
- colbert
- colofon
- combo
- commentaar
- complet
- concours
- corsage
- corso
- cover
- cv
- debacle
- dekbedovertrek
- deksel
- deodorant
- depot
- diadeem
- diersoort
- display
- doek
- doolhof
- drap
- dressoir
- duin
- eigendom
- electra
- emoticon
- ethanol
- facie
- factotum
- feuilleton
- fiche
- figuur
- filet
- filter
- fjord
- flair
- foetus
- folie
- fondant
- format
- fortuin
- fosfor
- fret
- Fries
- gadget
- galon
- gamma
- garnituur
- gaspedaal
- gemaal
- genie
- getuigenis
- gift
- gilde
- gordijn
- GPS
- grauw
- gum
- haar
- heer
- heethoofd
- hendel
- hiaat
- hippodroom
- hof
- hospice
- human
- idee
- imperiaal
- impromptu
- incasso
- inch
- insecticide
- intrige
- issue
- jacht
- jachtluipaard
- jacquet
- jolijt
- kaft
- kameleon
- kaneel
- kapitaal
- kapsalon
- karkas
- karwei
- katern
- kauwgom
- keer
- keur
- kiezel
- kilo
- kipfilet
- kit
- kitten
- klad
- klavecimbel
- klimop
- knoflook
- koliek
- koord
- koppel
- koraal
- kraam
- krat
- kruim
- kurk
- kwart
- kwijl
- label
- lak
- leeghoofd
- leem
- lef
- lek
- licentiaat
- lidmaat
- liniaal
- lis
- loeder
- lof
- look
- lor
- lorgnet
- luipaard
- maal
- manoeuvre
- matras
- mechaniek
- medicijn
- membraan
- memo
- mengelmoes
- mens
- menu
- metaal
- micron
- modderfiguur
- modern
- moer
- molecule
- mom
- mono
- montuur
- mortier
- mout
- mud
- nagellak
- notebook
- octaaf
- omnium
- omslag
- opzet
- order
- orgelpunt
- overtrek
- ozon
- pad
- pancreas
- pandoer
- paneermeel
- parfum
- parterre
- passe-partout
- patroon
- pedaal
- pendant
- periodiek
- personage
- piëdestal
- pincet
- pipet
- plan
- plastron
- pleister
- pleuris
- plot
- plots
- plus
- poeder
- poeha
- ponton
- popcorn
- port
- portfolio
- portiek
- portier
- porto
- potpourri
- prae
- promillage
- prospectus
- proviand
- punt
- raster
- ratjetoe
- rayon
- ree
- rek
- reliek
- remedie
- retabel
- rijm
- riool
- risico
- roodvonk
- rooster
- rot
- salon
- scapulier
- schap
- scharminkel
- scharnier
- schepel
- scheurbuik
- schijt
Wil je lidwoorden oefenen? Dat kan ook! Klik hier om de of het woorden te oefenen.