Bij een fricatief hoor je de wrijving in de lucht als je het uitspreekt. Denk aan het woordje geel waarbij je de letter g zodanig uitspreekt alsof het lijkt dat je gaat kotsen. Deze wrijving wordt fricatief genoemd.
Bij een fricatief hoor je de wrijving in de lucht als je het uitspreekt. Denk aan het woordje geel waarbij je de letter g zodanig uitspreekt alsof het lijkt dat je gaat kotsen. Deze wrijving wordt fricatief genoemd.
Occlusief is een synoniem van een plosief.
Een plosief is de benaming voor een klank waarbij de klant wordt geproduceerd door de luchtstroom helemaal af te sluiten en door de lucht vervolgens in één keer te laten ontsnappen. De letter p bij het woord “pak” of de “t” bij “tak” zijn daar voorbeelden van.
Een plosief wordt ook wel eens een occlusief genoemd.
De alveolaire approximant is een type approximant uit het fonetisch alfabet waarbij de Engelse vorm van de letter R uitspreken, als uitgangspunt genomen kan worden.
De retroflexe approximant is een type approximant waarbij de medeklinker wordt aangeduid met ɻ. Het is een letter die wij niet kennen in het Nederlands.
Eerst de moeilijke uitleg van approximant: een approximant is een medeklinker die kan worden gezien als liggend tussen een klinker en een “typisch” medeklinker.
Maar in feite is een approximant niets anders dan een medeklinker met een aparte klank welke wij niet kennen in het Nederlands. De rest is overbodige informatie voor de slimmeriken onder ons.
Diftong staat voor een klinker waarvan de kwaliteit gedurende de articulatie verandert. Voorbeelden waarbij sprake is van een diftong zijn au en ou. Dit zijn fonematische diftongen.
Reduplicatie is een term uit de taalkunde waarbij de stam van een woord wordt herhaald. Mooi voorbeeld is “zingen”.
Bij reduplicatie zie je:Zingen –> zingend waarbij dus de stam “zingen” wordt herhaald waardoor er een andere betekenis voortvloeit.
Een interfix is een betekenisloze affix dat in het midden van een samenstelling staat. Voorbeelden:
- -en- zoals in kippensoep
- -s- zoals in beroepsethiek
- -e- zoals in Koninginnedag
Een woord als kippensoep bestaat duidelijk uit de morfemen kip + en + soep. Nu is het de vraag hoe het morfeem en hier geanalyseerd moet worden. Het zou in principe het woord kip in meervoud kunnen zetten. Hierbij loopt men echter tegen een probleem: hoe noemt men een soep waar slechts één kip in verwerkt zit? Om dit dilemma te voorkomen noemt men een morfeem dat op deze manier twee delen in een woord met elkaar verbindt een bindmorfeem.
Interfixen komen ook in andere talen voor, bijvoorbeeld in het Engels (speedometer, “snelheidsmeter”), Duits (Arbeitszimmer, “werkkamer”) en Zweeds (fabriksarbetare, “fabrieksarbeider”).
Een infix kennen we niet in het Nederlands. We gebruiken het alleen als we een plus teken opschrijven bij het optellen van getallen.
Een infix komt voor in het midden van een morfeem en zorgt ervoor dat het woord een nieuwe betekenis krijgt.
(zov: interfix)
Een cliticum is een woordje waarbij er geen sprake is van een klemtoon en lijkt alsof het altijd deel uitmaakt van een ander woord (dat erna of ervoor komt). Een voorbeeld is het woord “ie”, wat dezelfde betekenis heeft als het woord “hij”. Verschil is dat ie niet te beklemtonen valt en het altijd volgt na een werkwoord of voegwoord, terwijl hij overal gebruikt kan worden.
Een simulfix is het fenomeen waarbij een letter of letters worden vervangen door een andere letter waarna de betekenis van het woord verandert. Vaak gaat het hier om klinkers.
In het Duits kennen we bijvoorbeeld:
Man –> Männer. De letter a is dan vervangen door de letter ä.
Zelfde geldt voor het Engels waarbij woman –> women wordt.
Nog geen account? Registreer je gratis!
Voer hier je emailadres in zodat je je wachtwoord kunt herstellen middels een link die wij zullen sturen
Here you'll find all collections you've created before.