In de Azteekse mythologie was Tlaloc de god van het water in al zijn vormen, en dan voornamelijk de regen en het bloed. Hij werd steevast voorgesteld met grote tanden en oogringen (een ‘bril’). Men gaat ervan uit dat zijn naam van het Nahuatl woord tlālli, wat “aarde” betekent, afkomt en deze betekenis wordt geïnterpreteerd als “pad onder de aarde”, “lange grot” of “hij die van aarde is gemaakt”. Andere namen voor Tlaloc waren Tlamacazqui (‘Gever’) en Xoxouhqui (‘De Groenen’); en (onder de Nahua van Veracruz) Chaneco.
Tlaloc
In de Azteekse mythologie was Tlaloc de god van het water in al zijn vormen, en dan voornamelijk de regen en het bloed. Hij werd steevast voorgesteld met grote tanden en oogringen (een ‘bril’). Men gaat ervan uit dat zijn naam van het Nahuatl woord tlālli, wat “aarde” betekent, afkomt en deze betekenis wordt geïnterpreteerd als “pad onder de aarde”, “lange grot” of “hij die van aarde is gemaakt”. Andere namen voor Tlaloc waren Tlamacazqui (‘Gever’) en Xoxouhqui (‘De Groenen’); en (onder de Nahua van Veracruz) Chaneco.